Zo’n driekwart van alle zonnecellen wordt gemaakt van kristallijn silicium. Daarnaast wordt ook

amorf silicium als basismateriaal gebruikt.  Verder  wordt ongeveer 4  % gemaakt van andere materialen .

Silicium wordt gewonnen uit siliciumoxide door reductie met koolstof wordt het in hoge mate gezuiverd.

Onzuiverheden vormen minder dan 10^-6 van de massa. Silicium wordt op de eerste plaats gemaakt voor

de elektronica-industrie en wat er overblijft wordt opnieuw gebruikt.

Het wordt vervolgens met een directionele stollingstechniek  omgezet in monocristallijn silicium.

Het rendement van deze kristallen die nog verder worden bewerkt ligt op ongeveer 16%. Dat van polykristallijne

op ongeveer 13%. Maar deze zijn veel goedkoper.

Amorf silicium bestaat uit siliciumatomen zonder regelmatig geordend verband. Deze zonnecellen zijn veel

goedkoper maar het rendement is dan ook veel lager zo’n 10%. Door meerder van deze boven elkaar te

plaatsen kan men het rendement verhogen maar dan wordt het natuurlijk ook weer duurder .

Met koper –indium – diselenide kunnen wel hogere rendementen worden bereikt tot 16 / 17% maar de

celoppervlakken mogen dan niet groter zijn dan 1 cm². Als men ze groter maakt dan zakt het rendement

sterk in. Hetzelfde geld voor het giftige materiaal als cadmiumsulfide en cadmiumtelluride. Veel verwachting is

er van zonnecellen van polymeer organisch materiaal, het rendement is laag en ze kunnen niet goed tegen

hoge en lage temperaturen maar de kostprijs is laag.