geschiedenis
Allereerst een stukje geschiedenis over een zonnecel.
De Russisch natuurkundige Alexandr Stoletov ontwikkelde de eerste zonnecel gebaseerd
op het principe van het foto-elektrisch effect (eerder in 1885 ontdekt door Heinrich Hertz)
waarbij licht direct omgezet wordt in elektriciteit. Het was Albert Einstein die pas in 1905
dit effect wist te verklaren, hij kreeg hiervoor de Nobelprijs voor natuurkunde.
De moderne halfgeleider zonnecel op basis van silicium werd in 1941 gepatenteerd door
de Amerikaan Russell Ohl. In mei 1939 had hij bij toeval ontdekt dat er spontaan een elektrische
stroom werd opgewekt in een siliciumkristal wanneer hij deze bescheen met een bureaulamp.
De oorzaak bleek een barst in het kristal te zijn, later de pn-overgang genoemd. Zijn pionierswerk
op dit gebied zou uiteindelijk leiden tot de uitvinding van de transistor.
Voortbouwend op het werk van Ohl werd in 1954 een efficiëntere zonnecel ontwikkeld bij Bell Labs
door Gerald Pearson, Calvin Fuller en Daryl Chapin. Door silicium te doteren met arseen bouwden ze
een zonnecel die een rendement haalde van 4½ tot 6 procent.
Vanwege de hoge productiekosten werden zonnecellen alleen voor speciale toepassingen gebruikt,
en dan voornamelijk in de ruimtevaart. Zo was de Amerikaanse satelliet Vanguard I in 1958 de eerste
die radiosignalen vanuit de ruimte uitzond met een zonnecel van 1 watt. Pas na de oliecrisis werden
pas in de jaren 1980, op basis van galliumarsenide (GaAs), zonnecellen ontworpen met een
rendement van meer dan 20 procent.
Productieprocessen van tegenwoordig maken het rendabel om zonnecellen te produceren.
Met de introductie van warmtekrachtinstallaties in de zeventiger jaren van de vorige eeuw brak
de opwekking van elektriciteit te plekke van de gebruiker door. Tot dan toe vond de elektriciteits
productie in grote landelijk centrales plaats. Met de recente toepassingen van de fotovoltaische
elektriciteitsopwekking die ook op een fundamenteel ander vertrekpunt zijn gebaseerd. De
omzetting van zonlicht in elektrische energie wordt fotovoltaische omzetting genoemd
(Engels: PhotoVoltaic conversion) ofwel PV. De benaming is samengesteld uit het Griekse
woord ‘foton’ wat licht betekend en ‘volt’ de eenheid voor elektrische spanning; de naam van
de Italiaanse natuurkundige Alessandro Volta. De omzetting gebeurt in een zonnecel. Deze zet
zonlicht rechtstreeks om in gelijkstroom.
De werking van de zonnecel berust op het inmiddels al 160 jaar bekende foto-elektrisch effect.
De Franse natuurkundige Alexandre-Edmond Becquerel ontdekte in 1839 dat er tussen twee
elektroden die hij eerst in een boorbad had gedompeld, een stroom liep zodra een van de elektroden
aan licht werd blootgesteld. De Duitse natuurkundige Heinrich Hertz ontdekte 48 jaar later (1887)
dat tussen de twee elektroden van een (vonk)inductor gemakkelijker vonkoverslag optrad indien
een van de elektroden met ultraviolet licht werd bestraald.
Nader onderzoek van dit verschijnsel bracht aan het licht dat ook een met UV-licht bestraald zinken
plaatje een kleine stroom kan leveren. Een verklaring van de foto-elektrisch effect kon pas door
Albert Einstein worden geleverd. Einstein combineerde de kwantumtheorie met de golftheorie van
het licht, zodat het verschijnsel ‘licht’ nu niet alleen als een elektromagnetische trilling kon worden
beschreven, maar ook als een stroom energierijke deeltjes, de fotonen. Elk voorwerp dat in het
licht wordt gehouden, wordt door deze fotonen getroffen. Indien een foton voldoende energie heeft,
kan het een elektron uit een atoom vrijmaken, zodat het belichte materiaal niet meer elektrische
neutraal is: het wordt elektrische geleidend of geladen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb